In verband met het overlijden van de heer Prast heb ik, namens de vereniging, onderstaande rede uitgesproken tijdens de crematie plechtigheid in de aula te Zaandam. Op verzoek van enkele leden is deze op de site geplaatst.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Beste Piet, geachte familie en vrienden,
Schaakvrienden zullen Piet vooral herkennen in dat zo veelzeggende beeld.
Zijn pose achter het schaakbord.
In volle concentratie gebogen over de houten stukken, het hoofd diep verborgen in zijn handen:
Zoekend naar de snode plannen van zijn tegenstander of die ene toevallig beslissende krachtzet. Hoe karakteristiek voor Piet.
We zien er zijn wilskracht en daadkracht, zijn ernst en volledige toewijding in weerspiegelt. Enkele van de eigenschappen die hem hebben verheven tot zo’n bijzonder en onvergetelijk mens.
Piet speelde nooit een zet uit de losse pols, raffelde nimmer een partij af. Gewoon omdat het niet in hem opkwam of omdat hij dat zichzelf niet toestand. Gedisciplineerd als hij was.
Niet zelden namen zijn partijen de volle bedenktijd in beslag en moest Piet, zoals wij schakers dat noemen, “de lichten in de speelzaal uitdoen”. Dat was zelfs nog in januari te Wijk aan Zee het geval, terwijl hij nota bene vlak daarvoor ziek was geweest. Het verhinderde Piet niet om alle krachten die hij in zich had te bundelen.
In 1972, op 56 jarige leeftijd, meldde Piet zich aan bij onze schaakvereniging ZSC Saende. Onmiddellijk liet hij zich strikken om redacteur van het clubblad te worden. Die functie beviel hem niet zo goed. Zoals Piet later zei had hij veel ruzie met de inktspuwende stencilmachine. Twee jaar later werd hij benoemd tot secretaris, een functie die hij maar liefst 14 jaar op een indrukwekkende wijze inhoud heeft gegeven.
Zijn invloed in de periode 1974 – 1988 was zo groot dat er werd gefluisterd over het “Prast regime”.
Vanwege zijn voorbeeldige inzet heeft Piet een plaats in de ere galerij van de club gekregen door zijn uitverkiezing tot ere lid, een titel die in de 35 jarige clubhistorie slechts aan 4 andere leden is toegevallen.
Piet kreeg het als secretaris zwaar te verduren. In “zijn” periode werd de vereniging geconfronteerd met grote zalenproblematiek. Maar liefst 8 keer bestond de noodzaak te verkassen naar een nieuw onderkomen. Piet heeft zich dit enorm aangetrokken en het is niet teveel gezegd dat de schakers vooral dankzij hem zonder enige onderbreking beschikten over een speelhonk.
Een andere speelzaal kwam niet als vanzelf aangevlogen: zoeken naar een oplossing, overleg met wethouders, gemeente ambtenaren, zaalverhuurders en soms moeizame afstemming met de leden. Nooit liet Piet de moed zakken.
In de tussentijd vond Piet de tijd om een huishoudelijk reglement te schrijven en samen met een notaris de statuten in een modern jasje te steken.
Maar historisch beschouwd viel dat alles in het niet bij de presentatie van wat bekend staat als de “Beleidslijn Prast”, tot op de dag van vandaag vrijwel onveranderd van kracht.
Beter kan visie niet onderstreept worden.
Omdat hierin de selectieprocedure wordt beschreven van clubleden voor de teams maakte het veel emoties los. Aanstormende jeugd zag haar belangen in het geding komen.
Tijdens meerdere ledenvergaderingen vonden heftige discussies plaats. Pas vele jaren later besefte ik ten volle op wat voor bekwame wijze Piet zich staande had gehouden.
Hij schiep een veilige sfeer waarin de woordenwisselingen geen moment onderling respect en saamhorigheid bedreigden. Bij Piet draaide het om de argumenten. Nimmer viel hij uit zijn rol door bijvoorbeeld iemand te diskwalificeren of op grond van autoriteit af te troeven.
Omdat Piet net zijn negentigste verjaardag heeft gevierd zoeken mijn vrouw Carmen en ik hem thuis op om een interview voor het clubblad te maken.
Liefdevol praat hij over vrouw Anna en de vakanties, over zijn zorg voor zus Bep, over de kinderen Martin, Hans en Carla. Vol trots toont Piet het fotolijstje met de kleinkinderen, honderduit verhaalt hij over de tewerkstelling in Nazi Duitsland, de jaren bij de bank, de belangstelling voor historische werken gewijd aan zijn geboorteplaats Amsterdam en de broze gezondheid.
Geen moment is er een oude man aan het woord. Later concludeer ik: 90 jaar oud, 90 jaar jong van geest.
Piet laat ons de woning zien. In zijn werkkamer pronkt de computer en een database met wel 1 miljoen schaakpartijen. In 2005 aangeschaft als vervanging voor een database die in de ogen van de dan 89 jarige toch wel enigszins gedateerd is.
Het verleden vormt geen ballast, maar een verrijking. Geen moment blijft Piet steken in “vroeger”, volop als hij bezig is met “morgen”.
Het zit Piet bijzonder hoog dat hij in het schaaktoernooi in Wijk aan Zee zo matig heeft gespeeld. Alles op alles wil hij gaan zetten om zich te revancheren tijdens het Noord-Hollands kampioenschap. Daar zal het niet meer van komen.
Sommige schakers hebben zich over zijn voortdurende inzet en fanatisme wel eens vrolijk gemaakt. Maar Piet handelt terecht in de geest van de wijsheid dat “iemand die nooit boven zijn krachten durft te grijpen pas een echte knoeier is”.
Nadat ik Piet de concepttekst van het interview heb gemaild rinkelt in de weken daarna geregeld de telefoon “Andre, ik hoop niet dat je het me kwalijk neemt, maar ik stel nog enkele verbeteringen voor”. Gedwee neem ik met de telefoon aan het oor plaats achter de computer om de correcties te verwerken. “Noord – Holland spel je echt anders hoor!”
Ik had het kunnen weten! In een brief van 29 mei 1976 had Piet de legendarische Max Euwe opmerkzaam gemaakt op 44 fouten in een van zijn boeken. 44 keer de spijker op de kop.Vier jaar later had de voormalige wereldkampioen zijn grote dankbaarheid uitgesproken.
Op een foto zien we Piet in regenjas staan in gezelschap van een aantal clubgenoten in vol voetbalornaat, vlak voor de aftrap. Onder de foto heb ik de namen genoteerd en daarachter, tussen haakjes, verzonnen bijnamen en typeringen. Achter de naam van Piet staat “De generaal en de man van de donderspeech in de rust”.
“Andre, niet om het een of het ander hoor, maar wil je dat alsjeblieft schrappen. Daar herken ik me nou echt helemaal niet in!” roept Piet, zoals alleen hij dat kan, mij tot de orde.
De diagnose komt als een schok. Piet houdt nog zielsveel van het leven, heeft nog zoveel plannen. Als ik Piet een dag na de onheilstijding telefonisch spreek lijkt hij beroofd van zijn kenmerkende levenslust. Piet hoopt dat hij samen met zoon Hans nog eenmaal op maandag de clubavond kan bezoeken om afscheid te nemen. Nog geen etmaal later wordt hij met spoed opgenomen in het ziekenhuis.
Een van de bijwerkingen is dat Piet kan niet meer hard praten en daar worstelt hij mee.Als ik zeg: “Piet, jij bent nooit de man van de stemverheffing geweest, maar van de goede argumenten” glimlacht hij veelbetekenend.
Al snel breekt er weer iets van zijn bewonderenswaardige veerkracht door. In het ziekenhuisbed vertolkt Piet de hoop een kamer te krijgen in een tehuis die hij niet hoeft te delen. Waarin hij wat eigen spulletjes kan neerzetten, zoals de computer. De kinderen spannen zich hiervoor in en daarvoor toont hij zich bijzonder dankbaar. Maar bijna in een adem maakt hij zich zorgen over zijn zuster Bep en kwestie die binnen de vereniging speelt.
Ernstig ziekt, het verdriet en de pijn. Zelfs in die omstandigheden kan Piet het opbrengen zich zorgen om anderen te maken. Wat een bijzonder fijn mens!
Namens de schaakvereniging betuig ik de familie van Piet, en hier wil ik speciaal noemen Piets zuster mevrouw Smeenk – Prast, de kinderen Carla, Hans en Martin, aanverwanten en kleinkinderen, de innigste deelneming. Heel veel kracht wensen wij jullie toe om het grote verdriet te verwerken.
De laatste woorden wil ik richten tot Piet.
Beste Piet, wat zullen we je missen, op de maandagavond, op de ledenvergaderingen en in Wijk aan Zee, waar je maar liefst 25 jaren achtereen trouw van de partij was.
Ooit zei je, zo lees ik in de krant, dat je een van de laatste pionnen op het schaakbord bent. Maar Piet, in onze gedachten zal je voortleven als een bijzonder innemende en wijze Raadsheer.
Je kan de club dan wel niet meer bezoeken, je blijft onveranderd in ons midden.
Troost je met je met de gedachte dat je een rijk leven hebt geleefd en tot op het eind over een grote geestkracht hebt beschikt, waarin je anderen volop liet delen.
Piet, rust in vrede.
Vaarwel goede man.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------