Corus: Belevenissen in Wijk aan Zee (1) (update: nu met foto's)
Gepost door André Breedveld op zaterdag 19 januari 2008 om 23:50
Vorige week ging Corus 2008 eindelijk van start. Naar dit toernooi kijkt iedereen, die een beetje schakers bloed door de aderen heeft stromen, lang van tevoren reikhalzend uit. De slopende en decadente kerstperiode wordt nog enigszins verzacht door de intensieve voorbereiding op het mooiste schaaktoernooi van deze planeet. Niets wordt aan het toeval overgelaten. Het schaakbord krijgt een voorname positie in de huiskamer en recente schaaklectuur wordt zorgvuldig verzameld. Beantwoord ik 1 e4 met de degelijke kruidenierszet e6 of pak ik de zaken hardhandig aan met het Siciliaans, de moedige maar gevaarlijke opening van De Groten (?!). Veel vragen en weinig antwoorden. Je weet dat een foutieve inschatting per definitie uitdraait op een debacle.De schaakmarathon in Wijk aan Zee kan fantastisch zijn, maar de fanatieke speler die een slecht toernooi speelt verwenst de dag dat hij zich met het inschrijfformulier in de hand naar de brievenbus spoedde, ten einde nog net op tijd de laatste postlichting te halen. Dan lijkt het alleen maar harder te waaien, krijgen bacteriën vrij spel, word je gekweld door een vervelende verkoudheid, en langzaam gesloopt als gevolg van doorwaakte nachten. Onze enige troost is dat ook de grootmeesters hevig onder de kwellingen kunnen lijden. Op de wanden van speelhal De Moriaan zijn krantenknipsels geplakt. Ik lees dat Vassily Ivanchuk tijdens een desastreus toernooi in Londen een park opzocht en daar “huilde als een wolf”. Terug in zijn hotel zong hij op de kamer hartverscheurende kinderliedjes uit zijn jeugd en deponeerden de buren een klacht bij de directie vanwege geluidsoverlast. Carmen en ik hebben dit jaar geen halve maatregelen genomen en zijn vorige week al gaan sfeerproeven, samen met Peter Heyboer en Cor van Dongen. Het is lang geleden dat ik zo genoot van een autorit. Met op de achtergrond de heerlijke jazz rock van Steely Dan haalden we zoete herinneringen op aan de Hoogovens periode. En als altijd komen Cor en ik dan uiteindelijk weer uit op de ‘Banaan – Gate’. Martin, die na lang dralen een handtekening vroeg aan de norse Lajos Portisch, in de juist aangeschafte partijenverzameling van de fameuze grootmeester uit Hongarije. In de trein viste Martin apentrots het boek uit de plastic zak, om vervolgens wit weg te trekken. Een over - rijpe banaan was tussen de bladzijden geplet en had het boek omgetoverd in iets dat nog het meest deed denken aan de Dode Zeerollen. Een onbestemde, kleffe druipende kluit waar de gemiddelde papyroloog zich niet aan waagt. De handtekening bleek volledig te zijn gewist. Men spreekt over het sterkste grootmeestertoernooi aller tijden: categorie 20. Dit soort beschouwingen boeien mij niet. Het is niks beter dan Hastings 1895, Karlsbad 1907, New York 1924, om maar iets te noemen; in deze tijd moet alles groter en indrukwekkender zijn. Sinds in het bijzonder ‘the sixties en seventies’, die Peter, Cor en ik, zo graag voor de geest halen is er veel veranderd. Toen was er bijvoorbeeld nog sprake van een zekere GM aaibaarheidsfactor. Ik ging rustig naar de analyseruimte en genoot ongestoord van het commentaar van Victor Kortsnoj en Nigel Short. Tegenwoordig is dit domein ten onrechte hermetisch afgesloten voor het gewone volk. Wie zich zonder toestemming van het bevoegde gezag toch in dit gebied waagt roept het gevaar over zich af hardhandig te worden verwijderd. Je bent afhankelijk van de Internetsite ‘Chess Vibes’, die als enige toestemming heeft gekregen om één GM analyse in de persruimte te filmen. Dit is de wereld geworden van de ‘Champignons League’, waar de managers belangrijker zijn geworden dan de sporters. Edwin toont mij glimmend van genoegen zijn pers accreditatie. Namens ‘Chess Vibes’ maakt hij zich ook schuldig aan ongewenste intimiteiten. Bewapend met een fototoestel mag hij zich gedurende de eerste tien minuten van de GM partijen bij het leger fotografen voegen. Corus 2008 is op zulke momenten volkomen over - hypt. Ze sprinten over het podium, van speler naar speler, en struikelen bijkans over elkaar. En iedere dag weer schieten zij dezelfde onbetekende foto’s, bestemming vergaarbak der vergetelheid. Dat levert ons toeschouwers, in dikke rijen verzamelt achter de balustrade, een naargeestig beeld op. Het hoort niet zo te zijn, het conflicteert met de intellectuele bezigheid die schaken behoort te zijn. We staan hier potjandorrie niet in één of ander voetbalstadion, maar in de Tempel die het grootste schaaktoernooi van de wereld huisvest. Ik ken trouwens genoeg prachtige schaakfoto’s, maar die zijn bijna nooit gemaakt tijdens de eerste minuten van een partij, als de emoties nog niet overkoken en de schaker nog in zijn routine houding zit. Hoogst ongelukkig is hierbij dat de verzamelde spelers niet foto – geniek zijn: we zien geen hypnotiserende Tal, Victor de Verschrikkelijke, Karpov de ijskoude vis of Fischer de vorst. Niemand hangt toch een foto van Anand, Kramnik of Radjabov boven zijn bed? De huidige toppers hebben, uitgezonderd Ivanchuk met zijn getormenteerde uiterlijk, de uitstraling van nat papier. Op de gang groet Ivanchuk hoffelijk Carmen en Peter en Cor kijken hierdoor behoorlijk op hun neus Twee jaar geleden dronken ze gezamenlijk koffie en spraken over hun gezamenlijke hobby: koken. Ik ontmoet op de eerste Corus - dag enkele clubgenoten, die meespelen in de weekend vierkampen: Wim Z., Huib en Jaron. Ze zijn behoorlijk goed geluimd, maar spelen niet de sterren van het plafond. Wim is vastgelopen in een file en verschijnt drie kwartier te laat achter het bord. Jaron proeft het genoegen een speler van Schaakmat te verslaan, die onlangs Eric Bark versloeg in het bekerduel en ons team daarmee elimineerde. De lange arm van de ZSC wraak achterhaalt iedereen. Afgelopen vrijdag zijn de tienkampen van start gegaan. Carmen overhandigt een dankbare Vassily een Nederlands kookboek, dat is vertaald in het Engels. Ik zie hem al bij de slager in Kiev varkenspoten voor een heerlijke Pie soup bestellen. We sluiten aan in een lange rij voor de inschrijving. Ik blijk toch in groep 2F te zijn geplaatst, nadat het er enige tijd naar uitzag dat ik het zou moeten doen met groep 3. Mijn haat mails naar het organisatie comité hebben dus succes gehad, maar of ik daar nu zo blij moet zijn?! De eerste ronde staat gepland om 13.00 uur, maar het loopt uit tot 13.30 uur. Dan komt Edwin bij mijn bord. “Ik vind dat jij het eerder moet weten dan de rest van de zaal. Bobby Fischer is overleden”. Verpletterend nieuws, maar ik waardeer het initiatief van Edwin bijzonder. Grappig dat hij aan mij heeft gedacht! De eerste ronde wordt per traditie ingeleid door een toespraak in het Nederlands, Engels, Frans en Duits, waardoor er geen einde aan lijkt te komen. Applaus als wordt medegedeeld dat we voorlopig in Wijk aan Zee blijven doorschaken tot en met 2013. Dan viert het toernooi het 75 jarige bestaan. En dan het nieuws over Bobby, die nooit in Wijk aan Zee speelde, en een hele stille minuut als laatste eerbetoon aan de ‘schaker’ Fischer. Van de waanzinnige ‘mens’ Fischer heeft bijna iedereen al lang geleden afscheid genomen. Maar wat een fenomeen, wat een tragiek en wat een symboliek (64). In een de documentaire “De koning is dood”, die ’s avonds laat wordt uitzonden vergelijkt iemand Bobby met Zeus: de god van de goden uit de Griekse mythologie, die heerste vanaf de berg Olympus. En zo is het maar net. De laatste tijd las ik een paar keer in interviews dat Fischer de meest overschatte schaker zou zijn. Een vorm van heiligschennis waarop in het vervolg een fikse boete moet worden gezet. Ik zit aan het einde van het eerste gangpad, bij de gordijnen en zoals Chris de Saegher dat noemt “tamelijk in de anonimiteit”. Chris heeft dit jaar alleen meegespeeld in de weekend vierkamp, want vandaag de dag wil hij Corus beleven als een “kijk toernooi”. Dat vind ik jammer, want met hem kan ik tijdens de partij gezellig bomen in het tweede wandelpad. Het is hierdoor wel behelpen voor de kletskop in mij, want mijn tienkamp grenst aan de groepen 3 en 4. Zoals mijn onderzoek jaren geleden heeft aangetoond is deze categorie schakers sociaal gesproken enigszins gedepriveerd. Achter het bord moeten zij vaak het wiel uitvinden en dat frustreert ieder sociaal contact van enig niveau op voorhand. Hoe juist mijn diagnose is blijkt al pijnlijk tijdens mijn tweede rondje. Ik loop Jan Schol tegen het lijf, speler van Krommenie. “Wat hoor ik Jan, ga je de Vut in?”. Een vernietigende blik wordt mijn deel. “Daar praat ik tijdens de partij liever niet over!”. Vlak voor hij zich driftig uit de voeten maakt, stamel ik nog iets als “Ik dacht, dan kan je je beter voorbereiden”, maar dit kan het leed niet repareren. Mijn avance is hardhandig de grond ingeboord. Gelukkig zit iets verderop ook Peter Poncin, de uitzondering die de regel bevestigt en me het advies geeft abonnee te worden van een bepaalde Internet schaaksite. “Het kost je maar € 85,00 per jaar, en je blijft dan helemaal up to date wat de openingen betreft”. Maar daar hoef ik bij Carmen niet mee aan te komen, vrees ik. Misschien kunnen enkele nullen haar op andere gedachten brengen! Binnenkort deel twee van Corus. Excuses voor eventuele slecht lopende zinnen of taalfouten. Deze verslagen zijn onder tijdsdruk geschreven. |