De Middelhoven broeders waren deze ronde beiden goed voor een miniatuurtje (beide staan in de partijen sectie). Hein plaatste met zwart een bekend, tijdelijk stukoffer daar waar tegenstander Cor juist dacht de partij rustig op te zetten. De aanval die Hein vervolgens ontketende, leidde na 22 zetten tot winst.
Cor was niet tevreden over zijn eigen spel: “ik begon op zet 7 pas na te denken en toen stond ik al verloren”.
Huib op zijn beurt kreeg van Machiel een tijdelijk stukoffer te verwerken, deze was echter nogal speculatief van aard. Na 13 zetten geloofde Machiel het wel toen dameruil geforceerd zou worden en hij een stuk en wat pionnen achter zou blijven.
Mels met zwart tegen Wim begon rustig met de ruil van enkele lichte stukken. Op zeker moment wist Mels de vijandige dame te winnen tegen toren en paard waarna Wim gelijk kon opgeven.
De partij Dennis tegen Ben leek scherp te worden toen Dennis met de dame op b7 kon inslaan en de zwarte toren op a8 leek te vallen. Ben zou dan echter tegenkansen krijgen waardoor Dennis besloot rustig te vervolgen de pion voor te blijven. Toen hij later nog een stuk wist te winnen, restte Ben niets anders dan zijn verweer en de partij te staken.
Albert met wit tegen Jos raakte materiaal achter en verloor daardoor ook de partij.
André kon met zwart enige tijd tegen Jan-Bart spelen met het loperpaar. In het verre eindspel met beiden nog 1 licht stuk, plaatste Jan-Bart een stukoffer dat geweigerd had moeten worden om gelijk spel te houden. André, ook al in tijdnood gekomen, offerde het stuk echter gelijk terug hetgeen hem de partij kostte.
Martin dacht Erik te verrassen met een gambiet. Erik kende dit echter en wist met een pion voorsprong prima uit de opening te komen. Echter in tijdnood vergaloppeerde hij zich waardoor Martin de partij naar zich toe kon trekken.
Frank en Cecil gingen enige tijd gelijk op totdat Frank de breekzet f4-f5 kon doorzetten. Deze zet leidde tot zoveel hoofdbrekens en tijdverbruik bij Cecil dat hij door z’n vlag ging.