Over schaken wordt verschillend gedacht. Sommigen denken dat schaken een positieve invloed kan hebben op denkprestaties en andere geestelijke vermogens van mensen. Anderen vinden schaken zondig, zoals laatst verkondigd door televangelist Ahmet Mahmut Ünlü (“Cübbeli”). Ik denk zelf dat de positieve invloed van schaken overschat wordt en je minstens zoveel kan leren van bv. hutten bouwen. Bovendien, de meeste van ons schaken al een jaar of 30, 40. Waar blijft die positieve invloed? Anderzijds denk ik niet in termen van ´zondig´ of niet. Maar als ik de gedachte van“Cübbeli” probeer te volgen kom ik op iets nog veel ergers uit: Het gokken op schaken! Ik zal geen naam noemen, maar zo vlak voor het TATA toernooi weet iedereen waar ik het over heb.
Ronde 18 dan. 17 spelers hadden zich bij Albert aangemeld. Dat het Hein was die wel een vrije ronde wilde was nogal verrassend. De officiële lezing is dat Hein wat grieperig was. Maar het gerucht gaat dat Hein bang was voor een dopingcontrole. Het is voor spelers met een hoge rating trouwens wel erg voordelig op extern te spelen of een vrije ronde te hebben. Dat levert per ronde 24 punten op, daar kan bv René die alleen intern speelt nooit tegen op. De afgelopen 3 seizoenen was een gemiddelde van 22 tot 23 punten genoeg om kampioen te worden.
Dirk Willem-Albert: Albert verloor al snel zijn belangrijkste centrumpion. De meervoudig kampioen van de maandag had geen moeite om het voordeel in een overwinning om te zetten: 1-0.
Mels-Rene K: Een d4 d5 opening waar Rene ongestoord zijn dameloper kan ontwikkelen. Het gaat lang gelijk op en Rene gebruikt veel tijd om het juiste plan te vinden. Maar Mels schiet te hulp: zoals zo vaak weet hij een trucje in de stelling te vlechten en wint een kwaliteit. Rene heeft daar echter een pion en een prachtig paard op d5 als compensatie. Bovendien krijgt Rene twee verbonden vrijpionnen op de damevleugel. Nu is het duidelijk wat het juiste plan is en Mels kon de pionnen niet meer tegenhouden: 0-1.
Martin-Evert: Een Sveshnikov! Dat had ik niet van Evert verwacht maar na de partij hoorde ik dat ze dit al eerder op het bord hadden gehad. Martin beantwoorde het thematische Lf6-g5 met h4 en g4 maar toen de zwarte loper veilig op f4 belandde leek dat niet zo´n goed idee. Er gebeurde van alles maar toen er veel materiaal geruild werd had Martin veel last van de open koningsstelling. Martin was dan ook erg opgelucht toen Evert remise aanbood: 1/2-1/2.
Erik-Peter: Erik speelde het Botwinnik systeem (c4, d3, e4 en g3), Peter ontwikkelde zoals altijd zijn koningsloper naar g7 en verder d6 en c5. Erik leek in het voordeel te komen. Hij ruilde een paard tegen een loper op e6 en Peter sloeg (gedwongen?) terug met de f-pion. Erik wist ook vriend en vijand te verrassen met de zet e4-e5. Dit opende de diagonaal a8-h1 voor de loper op g2. Op het eerste gezicht kon de pion op e5 gewoon geslagen worden, maar dan zou de loper na Pxe6 Dxe6 en Ld5 met penning (Kh8) pas echt tot leven komen. Maar toch had Peter nog tegenspel en nadat er wederzijds remise was geweigerd werd er alsnog besloten het punt te delen: 1/2-1/2.
Frank-Ben: Ben kwam ongelukkig uit de opening. Hij heeft een geisoleerde pion d6 en geen compensatie. In tegendeel, Frank heeft een sterke loper op b2 die op de zwarte koningsstelling is gericht. Als Ben ook nog de verzwakking g7-g6 moet toestaan ziet het er erg dreigend uit. Frank moet nog wel flink zoeken naar de winst maar vind die uiteindelijk wel: 1-0.
Edwin-Huib: Dit lijkt de spannendste partij van de avond te worden. Edwin beantwoordde een Pirc achtige opstelling met h4 en h5, Le3 Dd2 en Lh6. Dan hoef je alleen nog het paard op f6 uit te schakelen en de partij is voorbij. Van een tactisch zeer sterke speler als Edwin zou je verwachten dat hem dat wel zou lukken. Beide spelers gebruikten erg veel tijd en Huib verdedigde koelbloedig. Huib kwam in grote tijdnood met 2 minuten voor tien zetten. Toen bleek plotseling dat Edwin als eerste de tijd had overschreden: 0-1.
Dennis-Joris: Na een wat slappe opening van (uiteraard) Dennis lette Joris (vorig seizoen topscorer in de 3e klasse KNSB met 7,5 uit 9) even niet op en kon Dennis met een standaard wending materiaal winnen: 1-0.
René H-Jan Bart: JB beantwoordde e4 met de Aljechin variant (Pf6). Er volgde al snel 2. e5 Pd5 3. ed5 Pd5 4. Lc4 c6. Zwart kon het paard op d5 handhaven, de zwartveldige loper financhetteren en het paar van b8 naar f6 te spelen. Kortom zwart had niks te klagen na de opening. Beide spelers ontwikkelden al hun stukken, het witte Dd1-f3 en Pg1-e2-f4 is niet helemaal mijn smaak. JB dringt via f5 en c2 de witte stelling binnen. Om b2 te dekken moet wit zijn dame terughalen naar e2 en worden de dames geruild. JB heeft het moeilijk met het vinden van een goed plan en gebruikt meer tijd dan Rene en bood als ik het goed hoorde ook remise aan. Ik hoopte dat Rene dat zou aannemen, dan zou ik weer koploper zijn. Maar René speelde door. Hij stond misschien beter, maar met Rene weet je het nooit. Toch sloot ik het niet uit dat René zou winnen en in dat geval zou hij ongetwijfeld mij moreel onder druk hebben gezet om voor hem de nodige drankjes te bestellen. Daarom besloot ik maar om voortijdig het pand te verlaten. Misschien heb ik een spectaculair einde gemist. De uitslag was denk ik terecht: 1/2-1/2.