In memoriam Eric Bark
Gepost door René Hennipman op woensdag 26 april 2023 om 22:10
Eric is niet meer. En dat is voor ZSC Saende een groot verlies. Eric was jarenlang, met afstand, de sterkste speler van de club. En vooral ook, een jongen van de club. Als 10-jarig knulletje begon hij op de Vermiljoenweg, hij volgde zijn opa Cor die reeds lid was. Eric had talent, zoveel was al snel duidelijk. Titels en bekers volgden elkaar snel op. Bij de jeugdkampioenschappen van de Zaanstreek (bij de toen nog grote krant De Typhoon) speelde hij altijd een prominente rol. Hij was hier altijd de grote en enige concurrent van Manuel Bosboom. Eric was reeds op zijn 16e kampioen bij de senioren. Er volgden nog 5 titels, het hadden er veel meer kunnen zijn. Jaren liet hij verstek gaan, bij gebrek aan tegenstand. In de jeugd werd Eric met het Zaanlands Lyceum in de scholencompetitie kampioen van Nederland. Met Manuel op bord 1 en Eric op bord 2. De andere spelers waren de ZSC-ers Milco Landtman, Dennis Rosegg en Tom den Dekker. In die tijd speelden Eric en Manuel wekelijks bij Eric thuis. In 1980 werden Manuel en Eric samen doorgeefkampioen van Nederland. Op enig moment was Eric het niveau van ZSC Saende ontstegen. ZSC had het zwaar in de strijd met buur Het Witte Paard, we hebben het over eind jaren 70, begin 80. Alle sterke spelers uit de regio (Noord-Holland Noord) trokken naar de Honig-kantine, waar HWP speelde. Nadat ZSC tweemaal op rij degradeerde had Eric geen andere keus dan ook te gaan. Het was de start van onze vriendschap. In de zomer van 1980 speelden we beiden mee in Dieren, bij het Open kampioenschap van Nederland. ZSC was met een grote afvaardiging op de schakerscamping present. De paar Witte Paarders, waartoe ik behoorde, sloten zich daarbij aan. Eric en ik ontmoetten elkaar daar (we waren 17 en 18 jaar) en gedurende het toernooi werden we onafscheidelijk, zoals vriendschappen soms spontaan ontstaan. Eric zou een maand bij HWP komen spelen, aan het 1e bord van het tweede team dat in die tijd, net als het eerste tiental, in de eerste klasse van de KNSB uitkwam. Tegenwoordig kun je aan dat bord Jan Timman treffen, in die jaren was het nog niet zo sterk bezet maar zwaar was het zeker. Eric pochte dat hij 100% zou gaan scoren, die weddenschap durfde ik wel aan. Zijn eerste partij werd remise, dat kratje bier had ik snel gewonnen. Eric stelde voor David Bosboom, de broer van Manuel, erbij te vragen. Zo geschiedde. Met een wedstrijd van het Nederlands elftal op tv zaten we zo aan het einde van de middag in het ouderlijk huis al aan het bier. Z’n ouders stapten binnen, schoven aan en dat alles met een grote vanzelfsprekendheid. Het was mijn eerste kennismaking met de gastvrijheid van de familie. Wonend bij station Zaandam, midden in de stad, bleek de familie Bark het ideale start- of eindpunt van de dag. Iedereen was altijd welkom. Vanaf dat eerste moment voelde ik me er enorm thuis en toen er ook nog een zus bleek te zijn was ik verkocht. Ik werd er kind aan huis. Al snel werd ik meegevraagd op vakanties, kreeg een huissleutel en was altijd welkom. En met mij velen. Ook andere schakers kwamen er graag. Manuel en ook anderen. Zo heeft Frank Tijdeman er in zijn diensttijd nog even in de weekenden gewoond. Dat ging ongeveer als volgt. Eric: “mam, Frank komt bij ons wonen.” En dat was daarmee, zonder verdere vragen of uitleg, geregeld. Een paar jaar later kwam Eric naast mij wonen, als directe buurman op een galerijflat in Poelenburg. We maakten er het clubblad De Matiak, samen met Nico Hoeve. Uitgaven met 64 pagina’s, andere tijden. Van beste vriend werd Eric mijn zwager. Het zuidelijke ‘schoonbroer’ dekt de lading beter. Schaken werd secundair, het contact onverminderd frequent. Schaken was voor Eric ontzettend belangrijk. Er waren uiteraard jaren dat dit minder was maar op het einde van zijn leven werd opnieuw duidelijk welke prominente rol deze hobby innam. Hij wilde nog heel graag spelen. En hij vond het geweldig om in zijn laatste jaar opnieuw met Manuel in één team te spelen. Het schaken heeft Eric veel gebracht. Successen maar ook levenslange vriendschappen. Soms stopte iemand met schaken maar de vriendschap bleef. Na het Zaanlands (gymnasium met een extra examenvak omdat hij niet kon kiezen) ging Eric eerst Economie studeren, later werd dat Tsjechisch. Deze keus was het gevolg van een uitwisseling met een delegatie van een Tsjechische schaakclub. Het was in de tijd van het IJzeren gordijn, het jaar 1982. Toenmalig voorzitter van ZSC Saende Jacob Punt onderhield warme contacten met deze vereniging. Er moesten in Zaandam een paar Tsjechen ondergebracht worden, zodat ze aan het IBM toernooi in Amsterdam konden meedoen. Uiteraard vroeg Jacob de Barken om er een paar in huis te nemen. Geen probleem. De Tsjechen kwamen, speelden mee en een jaar later hetzelfde ritueel. Nu kwam er een echtpaar. Daarmee ontstond een hartelijke vriendschap, die tot op de dag van vandaag voortduurt. Eric bracht een paar tegenbezoeken. Zijn eerste met Marcus Roggeveen, de toen nog schakende broer van Peter. Eric’s liefde voor het land, de taal en zijn bewoners was geboren. In 1995 ging Eric voor een jaar naar Praag, om daar aan de universiteit Tsjechisch te studeren. Hij ontmoette daar medestudent Mark, een Amerikaan. Zelfde leeftijd, zelfde doel. Eric werkte toen al bij de post. Hij mocht er een jaar tussenuit op voorwaarde dat hij in de drukste weken van het jaar zou overkomen. En dus kwam Eric in december naar Nederland en nam Mark mee. Reeds na een paar weken studie, de vriendschap kreeg net vorm, nodigde Eric Mark uit om de kerst bij zijn ouders thuis te vieren. Mark kwam mee en genoot van het hartelijke welkom bij de familie. Eric moest werken en vader Bark trok erop uit om hun gast het land te tonen. In dat jaar in Praag leerde Mark zijn latere vrouw Michaela kennen en Eric werd bij hun huwelijk zijn ‘best man’. Ook deze vriendschap bleef tot aan het einde toe overeind. Mark vertelde laatst hoe bijzonder hun vriendschap was, zo anders als wat hij kende. En ook voor Mark was Eric zijn beste vriend. Mark kwam vorig jaar, speciaal voor Eric met zijn dochter, naar Nederland. Als schaker beleefde Eric zijn beste periode in de jaren 80 – 90. Hij behoorde tot de top 100 van Nederland. Al dacht hij zelf eerder aan de top 50. In die tijd streed hij mee in de voorronden van het kampioenschap van Nederland en speelde in de Open Groep van het Hoogoventoernooi. In 1995 bij het Praag Open miste hij op een half punt een meesternorm (TPR 2395). Eric als 19-jarige in 1981 Een leven lang schaken is mooi, in het geval van Eric zelfs erg mooi. Zoals eerder geschreven, het heeft hem veel gebracht. Eric was verknocht aan ZSC Saende, zijn club. Hij was na een jaar HWP snel weer terug op het honk. En ik kwam, om die reden, er snel achteraan. Eric heeft zich altijd breed ingezet voor de club. Er was een tijd dat de teamleider uit een ander team kwam. Eric had dan een laag team onder zijn hoede. Hij heeft ook jaren bardienst gedraaid, op maandag in de Haven, later in de Boko. Hij was 6 jaar penningmeester en tot een jaar geleden zelfs voorzitter. En ook in een ander opzicht was hij onderscheidend. Met liefde kookte hij voor zijn gasten, menig clublid heeft dat mogen ervaren. Als teamleider nodigde hij het hele eerste team uit om bij hem thuis te eten. En zijn gastvrijheid ging nog verder. Toen onze banketbakker Sjaak Veth een paar jaar geleden uitsprak dat hij, vanwege een grote verbouwing, woonruimte nodig had was het Eric die uitkomst bood. Hij maakte een kamer vrij en Sjaak kon er terecht. Meer dan een jaar woonde Sjaak bij Eric. ZSC Saende is Eric in alle opzichten veel dank verschuldigd. Het is bijna ondenkbaar, na 50 jaar trouwe dienst, de club zonder hem. In januari 2022 had Eric een afspraak in het VUmc, daar werd duidelijk wat er met hem aan de hand was. Een week later hoorde hij dat er geen genezing mogelijk was. Tot en met zijn 60e verjaardag (afgelopen augustus) behield hij zijn energie. Zijn verjaardag vierde hij met vrienden en hij kookte, hem zo kenmerkend, voor een grote groep. In de maanden erna verzwakte hij zienderogen, hij onderging het met een positief gemoed. Met verve droeg hij zijn lot. Hij wilde de rit tot aan het einde uitzitten en dat deed hij op bewonderenswaardige wijze. Met zijn zus Ingeborg aan zijn zijde, dat was wat hij wilde en hoe het ging. De prestatie van Ingeborg, zijn zus, mijn vriendin, was fenomenaal. Ik kan het niet ongenoemd laten. Eric genoot enorm van deze aandacht, tot op de laatste dag. Met een glimlach op zijn gezicht sloot hij zijn ogen. Elkaars handen vasthoudend, broer en zus. Een indrukwekkend beeld. Wat Eric voor mij betekent is moeilijk in woorden uit te drukken. Ik vroeg hem laatst om onze vriendschap in één woord uit te drukken. Zijn antwoord: ‘liefde’. Daar kan niets overheen. Eric was een vriend, hij werd familie. We hebben sindsdien alles gedeeld, vreugde en verdriet. Hij was mijn geweten en ik dat van hem. Er valt iemand weg die stond voor een volkomen vanzelfsprekende en onvoorwaardelijke vorm van vriendschap. Op Eric kon je rekenen, altijd. Grofweg 40 jaar lang aten we minstens eenmaal per week samen, in ieder geval op zondag. Dat zal niet meer zo zijn. Eric is er niet meer. Mijn leven is op slag veranderd. René Hennipman |