Fusie, energiebron van de toekomst?
Gepost door Remco van der Meer op maandag 18 april 2005 om 22:46
Gisteren plaatste André een stukje over het grote nieuws van afgelopen zaterdag, namelijk de degradatie van streekgenoot Het Witte Paard uit de derde klasse, richting de NHSB. Let wel, niet de nederlaag van ons eigen eerste, dat nog een theoretische kans op het kampioenschap had. Daar geloofde kennelijk op voorhand al niemand meer in, hetgeen op zijn minst ook als tekenend beschouwd mag worden. Hier en daar werd er op de club met enig leedvermaak gereageerd. Niet aardig, natuurlijk, maar in zijn betoog schetst André in het kort de geschiedenis die tot deze emotie geleid heeft. De eens zo grote ZSC, overvleugeld door een “boerenclubje”, mede doordat enkele onzer meest prominente leden “geronseld” werden. Met lede ogen moesten wij aanzien hoe zij met twee teams 1e klasse KNSB speelden en zelfs even met het vlaggenschip in de hoofdklasse. Arrogantie gevolgd door afgunst gevolgd door leedvermaak, voorwaar een bonte schakering (sic!) van menselijke onvolkomenheden. En vooral het laatste is volledig misplaatst, want als wij nu nog bloeiden op het verval van onze buren, dan zou er nog iets te juichen zijn. Helaas, het is een teken van het algemeen verval van het Zaanse schaak. Zoals al gememoreerd, ons eerste, jarenlang spelend in de 2e klasse, ziet niet eens kans uit de 3e te promoveren. Dit ondanks de hoogste gemiddelde rating. Terecht heft ons gewaardeerde clublid Breedveld de waarschuwende vinger. Wij dreigen dezelfde weg te gaan, de Zaanstreek makend tot blinde vlek op de Nederlandse schaakkaart. Daar waar om ons heen, in Bloemendaal, Purmerend en, als vanouds, de Amsterdamse bond, het schaakleven bloeit. Met de dreiging, dat elk toevallig ontluikend talent alhier naar één van deze oorden vertrekt. Al met al een leerzaam en onderhoudend geheel, met hier en daar een kleine onvolkomenheid, waar men (inclusief ikzelf) zich vrolijk over maakt, hetgeen natuurlijk absoluut niet ten koste mag gaan van het begrip voor de algemene strekking. Bij eerste lezing, echter, vroeg ik me af hoe het hele verhaal kon leiden tot de conclusie, dat dit absoluut niet de tijd is voor een fusie. Pas deze morgen drong het tot me door: deze uitspraak slaat op een fusie puur ingegeven door het idee, dat we daardoor extern sterker zouden worden. Dan kan ik de gevolgtrekking wel begrijpen. Voorafgaand aan dit seizoen kwam ik al tot de slotsom, dat van het eerste team van HWP hoogstens twee spelers in aanmerking zouden komen voor een plaats in ons eerste (let wel, mijn mening). Daarvan bleek er eentje een abominabel seizoen af te werken en van de andere moet ik nog maar zien dat hij volgend jaar niet gewoon in Amsterdam speelt. Hoe dan ook, de eerste teams lijken op dit moment een zwakte van beide clubs te zijn, in ieder geval in relatie tot het verleden, wat ons automatisch brengt tot de gevolgtrekking dat een fusie niet aan de orde is. Zwak plus zwak zal immers zeker niet tot sterk leiden. Nog afgezien van alle oude sentimenten, die vooral bij de oudere leden nog leven. In Koog minstens zo sterk als hier, lijkt wel. Dit alles gezegd hebbende, wil ik toch ook een woord van nuancering plaatsen. Het schrijven van André lijkt te beweren, dat een fusie geen optie is, ongeacht de uitgangspunten. Sterker nog, het impliceert mogelijk, dat een samenwerking helemaal niet zou lonen. En in mijn ogen is dat niet zo’n logische conclusie. Niet als je een vorm van samenwerking zoekt waarin je elkaar wel kunt versterken. Niet zo lang geleden kwam ik bij de rondvraag van een bestuursvergadering, voortbordurend op een opmerking van iemand dat HWP mogelijk een probleem zou kunnen krijgen met zijn clublokaal, met de suggestie om een gezamenlijke interne te houden. Helaas was het dermate laat, dat wij allemaal op huis aan moesten (zelf zou ik anders midden in de nacht zijn thuisgekomen) en de vergadering daarop was gevuld met de voorbereidingen op de algemene ledenvergadering, dus we hebben er intern nog niet over gediscussieerd. Als reactie op het voorgaande wil ik echter wel even een analyse van de mogelijkheden wagen indien we besluiten tot zo’n wekelijks samenzijn. - We kunnen de kosten voor de zaal delen. Weliswaar is het dan nodig om er een zaaltje bij te huren, maar dat kost minder dan de grote zaal dus per saldo springen we er waarschijnlijk wel uit, nog afgezien van de grotere financiële stabiliteit van een grotere groep. - Een grotere groep betekent automatisch meer verschillende tegenstanders per jaar. En in dit geval is een deel van de tegenstanders nog helemaal niet bekend, waar we nu soms al jaren tegen dezelfde clubgenoten uitkomen. - Een hogere opkomst betekent ook meer mogelijkheden om te komen tot een voor iedereen prettige indeling qua sterkte en/of stand op de ranglijst. Dit geldt overigens ongeacht het systeem. - Een bloeiende clubavond heeft een zuigende werking op de mensen die nu thuis blijven, omdat het allemaal wel gezien hebben. De spiraal kan omhooggericht worden! - Doordat er niet vantevoren besloten moet worden over een emotioneel beladen onderwerp als een fusie, kan iedereen elkaar veel opener tegemoet treden. Als na een aantal seizoenen blijkt, dat het klikt, dan kunnen we altijd nog fuseren, maar dan zijn we al halve clubgenoten. Klikt het niet, ach, dan gaan we ieder weer ons eigen weg. - Idealiter wil je ook de jeugd hierin betrekken. Immers, hoe groter de groep jeugdleden, hoe groter de kans op iemand met een gelijkwaardig niveau en hoe groter de kans op vriendjes. Alleen met groepsvorming heb je een goede kans om de jeugdleden te behouden tot aan hun seniorentijd. - Het aantal jeugd(bege)leiders neemt toe, zodat er minder druk op de paar personen komt. Dit geldt voor beide kanten, uiteraard. Vanzelfsprekend moet je ook de mogelijke tegens op een rijtje zetten. - Belangrijkste is, dat ik hierbij uitga van spelen in de BOKO. Ik kan me voorstellen, dat dit voor sommige leden van HWP bezwaarlijk zou zijn, zeker die meer uit het noorden van de Zaanstreek komen. - Voor de jeugd geldt bovenstaande mogelijk nog sterker. Al kun je altijd nog besluiten om voor de kleinsten een soort dependance aan te houden en alleen de oudere/sterkere jeugd centraal te organiseren. Tsja, dan weet ik het eigenlijk niet meer. Maar misschien dat iemand anders nog problemen ziet en ze kan aanvoeren. Voordelen mag natuurlijk ook. Voor alle duidelijkheid, het betreft dus een samenwerking voor de interne, geen fusie. Beide verenigingen houden hun eigen bestuur en eigen ledenvergadering met eigen verantwoordelijkheid. Ook alle teams blijven gescheiden. Een dergelijke samenwerking lijkt mij een kiem in zich te dragen van een opbloeiend Zaans schaakleven. |